Achterbankkinderen Columns by Yvonne van der Wal - Mam, ik verveel me’, kreunde Robine neuspeuterend terwijl ze over de rand van ons bootje hing en ze haar kin op haar hand stalde, wegdromend naar grazende koeien in het weiland. ‘Wanneer gaan we weer naar huis?’ Manlief en ik dachten onze kinderen tijdens de vakantie te verblijden met een verfrissend boottochtje over de Kaagse plassen, maar de verveling sloeg al toe na tien meter roeien. Een boottochtje in de volle zon is niets aan tenslotte. Ze hadden wel iets beters te doen. ‘Tja, als het aan jullie ligt, zitten jullie liever de hele dag binnen op de bank,’ sputterde ik cynisch tegen. Ik moest en zou iets leuks met ze doen toen ik na drie dagen thuis niksen en cocoonen een opkomend schuldgevoel bespeurde, maar dit leek achteraf gezien toch niet zo’n briljant idee. Maar waarom wil ik mijn kinderen toch zo graag vermaken en waarom voel ik mij enigszins schuldig als we helemaal niets doen? ‘Nergens voor nodig!’ zo stellen diverse pedagogen. ‘Alles draait om de drie R’en’, wordt ons na de komst van kinderen geadviseerd. Rust, Reinheid en Regelmaat, dat is hét devies aan kersverse ouders. Maar in onze huidige prestatiegerichte maatschappij worden deze drie R’en chronisch vermeden en vergeten: ze lijken voornamelijk te staan voor heel andere sleutelwoorden, te weten: Racen, Rennen en Rusteloosheid. Velen van ons hebben geen rust in ons achterwerk. Geen rust in ons werk. Van regelmaat is er al helemaal geen sprake meer, hooguit wanneer dit gaat om Regelmatig ren-je-rotten. Van school naar de buurtsuper. Van school naar kantoor. Van kantoor weer terug naar school of de BSO. En wanneer onze kinderen niet naar de BSO hoeven, hoppa, dan loodsen we ze nog even naar dansles. En op dinsdag manoeuvreren we ons tussen arbeid en magnetronmaaltijden, op naar pianoles. Op woensdag naar zwemles en de resterende tijd vullen we met streetdance/paardrijles/hockeyclub/knutselclub, alsook de zaterdagochtend: dan bevinden we ons hysterisch joelend langs de zijlijn van het voetbalveld. Want we willen het beste voor onze kinderen. We willen alle talenten die onze kinderen bezitten zo veel en zo goed mogelijk benutten. Creatief, slim en gedreven moeten ze zijn, als ware het een projectplan, met als gevolg dat we ondertussen ongemerkt een achterbankgeneratie aan het kweken zijn. Ik denk dat veel mensen al sportend, werkend, racend en vliegend onderhand een soort allergie hebben ontwikkeld voor verveling. Enerzijds klagen we dat we zoveel moeten, anderzijds is druk-zijn een soort status geworden, waar we volgens mij heimelijk best trots op zijn. Zodra winkels een dagje extra dicht zijn, raken we bijkans in paniek. Wat moeten we dán met onze tijd doen? Zodra woonboulevards hun deuren openen op tweede paasdag, racen we in een polonaise ernaartoe, teneinde te ontsnappen aan de rust thuis. Ganzenborden? Natuurlijk niet. Onderuit gezakt in een goed boek duiken? Dodelijk saai. Tijddoden tussen de samengeklonterde mensenkuddes bij Ikea? Ja! Wat voor dag het ook is, er moet altijd en overal iets te doen zijn, en we protesteren fel tegen als de ChristenUnie de zondagsrust in stand wil houden. Als iemand vraagt hoe het gaat, antwoorden we, stiekem met een lichte trots in onze stem, steevast: ‘Goed! Maar druk!’ Of: ‘Druk, druk, druk, met van alles en nog wat.’ Want zolang we actief bezig zijn, hebben we een enerverend leven. Tegelijkertijd vliegen de anti-stressproducten als warme broodjes over de toonbank, zijn de zen-arrangementen en hamam-massages niet aan te slepen, hebben steeds meer mensen een ‘burnout’, zitten de wellnessresorten volgeboekt en schijnen zelfs onze kinderen intussen last te hebben van stress. Eén op de vier basisschoolleerlingen heeft last van lichamelijke klachten. ‘In negen van de tien gevallen zijn deze te wijten aan psychologische stress’, beweert de Leidse psycholoog Francine Jellesma. Zij ondervroeg meer dan vijfhonderd leerlingen op elf verschillende basisscholen. De kinderen vertelden dat ze last hadden van buikpijn, hoofdpijn, misselijkheid en vermoeidheid. Dat komt doordat ze veel piekeren, negatieve gevoelens hebben en minder controle over hun leven ervaren. Jellesma vindt dat er met een veel te roze bril naar kinderen wordt gekeken. Zij hebben, net zoals volwassenen, ook stress en dat uit zich in lichamelijke klachten. Ouders zouden daar alerter op moeten zijn, want ze hebben het vaak niet door’, aldus Jellesma. (Bron: Volkskrant.nl). We hebben het niet door. Ik kan het alleen maar met haar eens zijn. We hebben het niet door omdat we het te druk hebben. Niet alleen met onszelf, onze hobby’s of ons werk, maar vooral juist ook met het voortdurend entertainen van onze nakomelingen. Zelfs de vakanties plannen we vol met activiteiten, dit tussen de kinderopvangdagen door. Onze kinderen komen hierdoor niet aan echte rust toe; krijgen de kans niet bij te komen van de vele prikkels die ze gedurende het schooljaar hebben opgevangen. Wat we eveneens niet door hebben, is dat dit voortdurend amuseren ervoor zorgt dat kinderen niet meer leren hoe ze zichzelf moeten vermaken, gewend als ze zijn aan het constant vermaakt worden. We hebben niet door dat het helemaal geen ramp is als onze kinderen zich eens vervelen. ‘Sterker nog, vervelen maakt juist creatief’, zegt ontwikkelingspedagoog Sandra Veenstra in het blad Groter Groeien. ‘Overstimulering is de vijand van verbeelding. Laat je kind dan ook eens zelf invulling geven aan zijn tijd, plan niet elke dag activiteiten voor hem’. Ook voor ouders heeft ze tips: ‘Gun jezelf eens wat vaker een verveelmiddag in plaats van allerlei klusjes te moeten doen. Doe eens niets en geef jezelf wat rust. Hiermee geef je meteen het goede voorbeeld’. J.K. Rowling schijnt het briljante idee verzonnen te hebben van de tovenaarsleerling Harry Potter, toen ze urenlang in de trein van Zuid-Engeland naar Schotland uit het raam zat te staren. Kortom: er is helemaal niets mis met verveling. Conclusie: weg met dat schuldgevoel. We willen het beste voor onze kinderen en dat zoeken we in allerhande clubjes en uitjes. Maar wellicht is ‘het beste’ soms wel gewoon even helemaal niks. Willen we echt het beste uit onze kinderen halen, dan moeten we ze misschien juist eens van die achterbank plukken. En moeten we ze in plaats daarvan simpelweg eens wat vaker op de zitbank planten. Of dobberend in een bootje langs de koeienweide. Share on Facebook Share Share on TwitterTweet Share on Pinterest Share Share on LinkedIn Share Share on Digg Share
Beste Yvonne vd Wal, Ik heb gehoord van een vriendin dat U een tijd geleden een boek over Uw zoon heeft geschreven. Ik wil van mijn levensverhaal ook een boek maken. Graag zou ik van U willen weten welke uitgever ik hier kan benaderen. met vriendelijke groet, Slavica van Delden-Matic