Winterjasmijn Columns by karien van ditzhuijzen - Tijm is op de peuterschool. Linde slaapt. Ik lig op de bank en ik heb een wee. Steeds weer dwalen mijn ogen naar de klok. Ik tel de minuten tot de volgende kramp. Tien minuten. Elke keer weer, al de hele dag. Zo schiet het niet op. Zo komen we er niet. Ik zucht. Ik kijk naar buiten naar de grijze, grauwe tuin. Het is droog. In de takken hangen zware regendruppels. Mijn ogen dwalen over de natte, dorre planten. Opeens zie ik een sprankje kleur, een kleine gele ster. In de zomer plantte ik de struik. Maar hij heeft het zwaar in zijn dorre droge hoekje onder de schutting. Weggeknaagd door de konijnen. Slechts één spriet bleef over, met erin wat verdorde knoppen. Ik had de plant al opgegeven. Maar nu, op deze regenachtige vrijdag in januari bloeit er een eenzaam klein bloemetje in de winterjasmijn. Ik wrijf over mijn buik. Dit is een teken. Ik voel het. Het wordt een meisje en ze komt eraan. Maar de weeën blijven rommelen. Eerst langzamer, dan weer sneller, soms pijnlijk, dan weer niet, en zo gaat het maar door, een weekend lang. Pas op dinsdagochtend word ik wakker en denk: pijn. Echte pijn. Maar niet genoeg. Te langzaam, elke tien minuten, steeds maar weer. Roel vertrekt naar zijn werk, ik naar de orde van de dag. Speelafspraken, de was, Tijm naar school. Linde in bed voor haar middagslaapje. En dan opeens, wordt langzaam snel. Mijn brein en lijf houden het nauwelijks bij. Opruimen. Roel bellen. Bad klaarzetten. Ziekenhuis bellen. In gesprek. Opnieuw, opnieuw. Roel brengt Linde weg. Hij is terug en ik laat hem niet meer los. Een stroomversnelling van hormonen en pijn heeft me in zijn grip. De deurbel gaat. Ik voel een plop. Een guts. De midwife komt binnen terwijl ik vertwijfeld staar naar de plas bij mijn voeten. ‘De baby komt,’ schreeuw ik. ‘Nu!’ De wee ebt weg en ik kalmeer wat. ‘Wil je me nog onderzoeken? Kijken?’ Ze kijkt in mijn ogen en naar mijn lichaam, op en neer. ‘Nee,’ zegt ze kalm. ‘Ga maar. Doe maar wat je moet doen.’ Een nieuwe wee welt op. ‘Ik haal het bad niet,’ kreun ik. ‘Jawel,’ zegt ze en zij en Roel helpen me de birthpool in. Mijn lichaam perst. ‘Niet te snel,’ denk ik nog, ‘dan scheur ik.’ Maar mijn lichaam luistert niet. Ze is er al uit. Ik lig weer op de bank. Buiten wordt het al donker maar ik hoef de bloem niet meer te zien. Nu ligt ze op mijn buik. Mijn dochter. Mijn tweede dochter. Jasmijn. Langzaam komt weer terug. We drinken een kopje thee met de midwifes. Ze hebben geen haast, ze zijn er net. Jasmijn wordt gewogen, gemeten, gekeurd. Goedgekeurd. Ze drinkt. Ze drinkt gulzig. Rustig ruimt Roel het huis op. Hevelt het bad leeg. We bellen de grootouders, ooms en tantes. Dan is het tijd om Tijm van school te halen. Ik lig op de bank en ik wacht. Dan hoor ik de deur. Kleine stemmetjes in de gang. ‘Mama, mama. Baby. Bad!’ Ik glimlach. We zijn compleet. Geschreven door: Karien van Ditzhuijzen Share on Facebook Share Share on TwitterTweet Share on Pinterest Share Share on LinkedIn Share Share on Digg Share
Heel mooi beschreven! Van harte met de geboorte van jullie ‘winterjasmijn’. Heel veel geluk en liefde toegewenst!