Mobieltje Columns by Trenke Riksten - Bijna twee decennia geleden hing er in de hoek van het restaurant van het NS Station Groningen een telefoon. Er zat geen hok omheen. Mijn destijdse vriendje grapte eens dat hij een heel grote telefooncel had, toen hij daar belde. Youp van ’t Hek spotte in die periode in zijn shows met de mobiele telefoon. En als student werd ik een keer in een stadsbus opgeschrikt door het geluid van een blaffende hond. Zoekend keek ik rond, ik had toch helemaal geen hond in zien stappen? Het bleek dat er een mobiele telefoon was gegaan. De grappen van mijn ex en Van ’t Hek zijn achterhaald. Bij blafgeluid denk je tegenwoordig eerder aan een mobieltje, dan aan een echte hond. Bijna iedereen heeft een mobiele telefoon en degenen die dat niet hebben, krijgen vaak te horen: ‘Bah, wat ben je slecht te bereiken!’ Ook wij hebben een mobiele telefoon. Pas in 2000 hadden we onze eerste. Niet zelf gekocht, want voor ons hoefde het niet, maar als cadeau gekregen voor onze bruiloft. Eenmaal in ons bezit, vonden we het mobieltje toch wel handig, vooral voor noodgevallen als pech onderweg. Toen het kapot ging, kochten we er weer één. Ondertussen was het ook handig dat de opvangcentra van onze kinderen konden bellen als er iets was. Wel kochten we de meest goedkope en dus meest simpele versie. Die hebben we nog steeds. De sms-functie is kapot, wat slechts in uitzonderingsgevallen lastig is, want eigenlijk sms’en we niet. Hoewel we de mobiel altijd bij ons hebben als we van huis zijn, geven we het nummer niet aan Jan en alleman. We bellen er hoogstens mee voor handige telefoontjes: ‘Schat, met mij. Ik rijd nu weg, ben over een halfuurtje thuis.’ We vinden het goed zo. Hoewel het bij mij weleens kriebelt. De hele dag internet beschikbaar, dingen kunnen opzoeken, je mail checken, dat klinkt best aanlokkelijk. Dat is echter ook een beetje het probleem. Ik ben zo iemand die mails zo snel mogelijk beantwoord. Ik zie me dat al in de supermarkt doen. Of dat ik voor een rood stoplicht sta en even de laatste Twitterberichten kijk. Kortom, ik ben enigszins bang dat ik verslaafd raak. Samen met de prijs voor zo’n mobiel (we hebben nu een prepaid), houdt dat me tegen bij de aanschaf van een supermodern model. Maar ja, over een paar jaar heb ik vast een factor die mij kan overhalen om een nieuw mobieltje te kopen: mijn dochter, die tegen die tijd tiener is, en zich natuurlijk schaamt voor haar ouderwetse moeder. Dus als ik dan geen columns meer schrijf, dan weet je waar het aan ligt. ©Bron Afbeelding: http://www.telecomwereld.nl Share on Facebook Share Share on TwitterTweet Share on Pinterest Share Share on LinkedIn Share Share on Digg Share
Hai Trenke, Toevallig heb ik mobieltje1 en mobieltje 2 voor een andere site geschreven. De 2e van mijn columns is eergisteren geplaatst. Ik heb een tienerdochter en ja ik schrijf nog steeds, hahahah Gewoon blijven doen, want wie schrijft die blijft. Check ze anders op whoopsieD Groetjes Sandra de Booij
Hoi Sandra, toevallig had ik Mobieltje 1 al gelezen (ik heb ook een poosje voor WD geschreven, maar ben ermee gestopt, onder meer omdat ik me meer een moeder voelde). Ik heb nu deel 2 gelezen en er op gereageerd.
Ik erger mij eigenlijk best wel aan de telefoon hype. Ik ben tevreden met mijn telefoon zonder al zijn moderne functies, zolang ik kan bellen, gebeld worden en foto’s kan maken ben ik tevreden. Een maand geleden of zo heb ik een nieuwe abo. afgesloten waarbij we een nieuwe mobiel bij kregen. En ook ik moet bekennen, het is wel fijn om via je mobiel je e-mail te kunnen checken en beantwoorden. Maar voorlopig zie ik mezelf nog niet aan de ‘pingen’. Sommige mensen laten zich echt meeslepen. Laatst een jonge dame op straat gezien die al lopend aan het pingen was. Zij was zo in het pingen beland dat ze de straatpaal voor haar niet zag en er tegenaan liep. Kon ze vervolgens verder lopen met een bult op haar voorhoofd. Of jongens rijdend op de scotter en tegelijk tijd aan het pingen. Dit alles zorgd ervoor dat ik een afkeer aan pingen krijgt. Maar goed, alles heeft zo zijn voor- en nadelen, toch?
Helemaal gelijk, Jessica. Pingen terwijl je je in het verkeer begeeft kan natuurlijk niet, net zo min als bellen. Ik erger me er ook aan als mensen gebeld worden, als ze op visite zijn en dan niet even zeggen dat ze later terug bellen. Bij ons hebben ook alleen intimi ons telefoonnummer, en mensen van de opvang enzo dus. Als ik gebeld word, weet ik dat het belangrijk is. Wel lijkt het me handig, als ik op belangrijke mail wacht, om mijn telefoon mee te nemen naar afspraken en direct daarna te kunnen kijken of er al bericht is, bijvoorbeeld. Of dat je direct kunt reageren op belangrijk bericht. Dit zijn twee voorbeelden, er zijn natuurlijk meer voorbeelden van voor- en nadelen.
Met het schaamrood op mijn kaken moet ik toch opbiechten dat ik niet zou weten wat ik zonder mijn mobiel zou moeten. Ik vergeet eerder mijn portemonnee mee te nemen naar de winkel dan mijn mobiel…
Whahaha Karina, dat is best wel erg ja. Gister was de laatste dag van de avondvierdaagse. Marie zou met een vriendin lopen. De moeder van de vriendin ging met haar zoontje lopen, ik zou op de dochter passen. Ik bedacht dat ik niet eens een mobiel mee had, zodat we geen contact konden hebben … Terwijl ik dus wél helemaal internetverslaafd ben! Maar goed, dat speelt dus ook mee waarom ik geen uitgebreide mobiel heb.