Consternatiebureau Columns by Redactie MommyOnline - Eenmaal in de vier weken is het weer zover dan mogen we ons melden op het consternatiebureau. ‘Even kijken wie we daar hebben: ik zie het al, u bent keurig op tijd.’ Ja logisch want ik wil, als het even kan, ook zo snel mogelijk weer weg. ‘Als u uw zoontje daar alvast even uitkleedt dat zal ik hem eerst even meten en wegen voor u naar de verpleegkundige en de dokter mag.’ Ja, dat weet ik nu inmiddels wel. Ben hier niet voor de eerste keer. Om heel eerlijk te zijn hoef ik niet eens meer te komen. Zo voorspelbaar is het wat jullie gaan zeggen en doen. Maar vooruit, we doen maar weer braaf mee aan dit toneelstuk. ‘Eerst maar even op de weegschaal. Even de luier uit graag.’ Jammer dat hij niet nu net even zijn straal omhoog richt. ‘Nog even op de meetlat. Niet zo huilen mannetje, ik doe niks hoor.’ Nee, natuurlijk niet, je trekt hem half uit elkaar. Zullen we bij jou eens doen. Kijken of jij dat zo leuk vindt. ‘Nu nog even de hoofdomtrek meten en dan bent u hier klaar.’ Nou ik ben hier anders al heel lang klaar, maar goed. ‘Even de curve invullen. O, kijk eens, hij zit behoorlijk onder de lijn van het gemiddelde.’ Ja, en? Heeft u daar last van. Wij niet in ieder geval. Zijn vader is niet groot, ik ook niet echt enorm. Bovendien gingen zijn 3 broers ook pas rond hun zestiende enige vorm van betekenis aannemen. Dus bespaar me die curve van jullie maar. ‘De verpleegkundige wacht daar op u. Loopt u maar direct door.’ Graag want ik heb niet de hele ochtend. ‘Ha daar hebben we die kleine man. Hoe gaat het met hem? Prima, echt heel goed.’ ‘Eet hij goed? Ja hoor hij eet prima.’ Nee natuurlijk niet mens, hij eet niks. ’s Morgens gaat er met moeite een beschuit of een bord pap in. Melk vindt hij niet te pruimen. Tussen de middag ben ik blij als hij een cracker of een halve boterham eet met daarbij een glaasje ranja. En het avondeten is één groot drama. Net als bij alle andere kinderen van een maand of veertien. Die lusten niks, willen niks, proberen niks. Alleen chips, koekjes, snoepjes en Fristi. Daar heeft hij uiteraard geen enkel probleem mee. Maar dat ga ik jou niet aan je neus hangen. Ik kijk wel beter uit. Dus geef ik gewoon het standaard antwoord: ‘het gaat allemaal geweldig. Hij vindt alles even lekker. Dat zou je anders niet zeggen als je naar zijn groeicurve kijkt. Nee, maar ik denk dat hij een enorm snelle spijsvertering heeft, denkt u ook niet? O, dat zou best kunnen inderdaad. Hoe is met de rest van de familie? Hetzelfde, hij heeft het dus niet van een vreemde.’ Gelukkig laat ze het onderwerp rusten en gaat over naar zijn slaappatroon. ‘Hoe is het met slapen? Gaat hij om zeven uur meteen slapen? Ja hoor, geen enkel probleem. Ik leg hem in bed en binnen twee minuten is hij vertrokken. “Dat is mooi. Zo zien we het graag!’ Ja hoor, ha, ha, keep on dreaming. Wat denk je nou zelf? Denk eens even na. Met drie grote broers krijg ik hem echt niet om zeven uur zijn bed in. Ik mag blij zijn als hij om half negen richting de bovenste verdieping wil vertrekken. Mar wat maakt het uit? Dat betekent dat hij ’s morgens ook wat langer blijft liggen en niet om zes uur al springend door de kamer hupst. ‘Goed, dat gaan we nu nog even wat blokjes op elkaar zetten. Denkt u dat hij dat kan?’ Vast wel muts, thuis heeft hij met de lego van zijn broer het Empire State Building nagebouwd dus die paar blokjes hier zullen ook wel lukken. ‘Keurig mannetje helemaal goed. Nu nog even naar de arts voor een prik en dan zien we je over 3 maanden wel weer.’ Nou dat dacht ik dus niet. Vandaag is zijn laatste prik voor hij vier wordt. En dat is de eerst volgende keer dat jullie mij hier weer zullen zien. Met drie grote broers denk ik dat wanneer er echte problemen zijn ik die zelf wel kan oplossen. En anders kan ik me altijd nog bij de huisarts of de kinderarts melden. Het spijt me voor jullie, maar hier ben ik voorlopig even helemaal klaar. Share on Facebook Share Share on TwitterTweet Share on Pinterest Share Share on LinkedIn Share Share on Digg Share