24-uurseconomie? Niet voor de huisarts Columns by Yvonne van der Wal - Het komt weleens voor dat ik mijn mobiele telefoon niet zo gauw kan vinden. Maar op de één of andere manier gebeurt dit jammerlijk genoeg nimmer andersom: waar ik ook ben, waarmee ik ook bezig ben; mijn telefoon weet míj wél altijd te vinden. Met recht heet dat ding een smartphone. Giet ik net mijn blaas leeg in het kleinste kamertje van het huis, dan vibreert het ding acuut van de salontafel af. Zit ik net met mijn handen in het sop, dan ringtoont er een doordringend gejammer uit mijn handtas. Ontspan ik zojuist onder hete waterstralen met een dot schuim in mijn haar, dan galmen er vanuit de slaapkamer snerpende geluiden van een elektrische gitaar. Glijden mijn vingers net gretig over het toetsenbord omdat ik na lange tijd weer eens inspiratie heb voor een blog, word ik direct uit mijn concentratie getrokken door de onverwachte aanwezigheid van ‘wine bottle’-klanken. Wanneer ik op dergelijke ongelegen momenten het besluit neem om niet acuut mijn blaas af te knijpen, niet mijn handen af te drogen of me vliegensvlug onder de douche vandaan te hijsen, dan ga ik ervan uit dat het geringtone vanzelf wel ophoudt. Maar het houdt in de meeste gevallen niet op. Het gering begint bij de huistelefoon en verhuist bij geen gehoor direct naar m’n mobiele telefoon, alwaar het getril, gepiep en geloei verder gaat, gestaag en hardnekkig, opdat ik op den duur ga denken dat het dan vast wel belangrijk moet zijn; dat er een geliefd familielid onder een vrachtwagen terecht gekomen is of dat mijn zus/vader/moeder zojuist een hartinfarct/beroerte/hartstilstand heeft gehad. Mijn ervaring is echter, dat dit *even afkloppen* tot op heden nog nooit het geval is geweest. Nee, het getring gaat vermoedelijk enkel en alleen door, omdat de beller me desondanks toch even een boodschap wil meegeven: ‘Ik geef lekker niet op, ik blijf je net zolang pesten tot je je telefoon opneemt’. En net als ik denk: ‘Oké, oké, ik kom al!’ en ik bij gods gratie de schreeuwlelijkerd opneem nadat ik druipend onder de douche vandaan ben gestapt en even vlug een handdoek om me heen heb geslagen, heeft de beller in kwestie…inderdaad…opgehangen. En zo niet, dan heeft degene aan de andere kant van de lijn toch wel iets te zeggen wat van levensbelang is, namelijk: ‘Ik heb je steeds geprobeerd te bellen, maar je nam niet op! Waarom niet?!’ Ben ik in dit tijdperk nou de enige die er wel eens moe van wordt dat mensen voortdurend van je verwachten dat je vierentwintig uur per dag bereikbaar bent? Dat ik bereikbaar kán zijn, betekent voor mij anders niet dat ik altijd maar bereikbaar móet zijn. Is het nou echt zo raar dat het gebel soms gewoon niet uitkomt? Of dat ik gewoon geen zin heb om op te nemen? Wat ben ik blij dat ik geen fan van Frans Bauer ben, want met een ringtone die me in dit soort gevallen zingend gaat vragen ‘of ik even voor hem heb’ en dat ik ‘tijd voor hem moet maken, ieder uur van de dag’, zou mijn telefoon reeds een aantal keren heel wat tijd gespendeerd hebben bij de reparateur. Wat verlang ik soms naar de tijd waarin je alleen bereikbaar was indien je thuis was. Wat verlang ik soms naar de tijd waarin je geacht werd anderen niet te bellen rond etenstijd, omdat dit niet gepast dan wel onbeleefd was. Wat verlang ik soms naar de tijd waarin alleen de huisarts vierentwintig uur per dag bereikbaar was en immer voor je klaarstond. Maar het gekke is: tegenwoordig is dit andersom. Wíj moeten aldoor te bereiken zijn, en de huisarts is in geen velden of wegen te bekennen indien je ‘m nodig hebt. Als ik haar bel – en dat gebeurt zelden -, krijg ik steevast een ingesprektoon of een antwoordapparaat dat me vertelt dat ze niet aanwezig is, op pad is, of pauze heeft. Heeft ze dan de stethoscoop in haar oren of houden de mensen die bij elk kuchje en snotje aan de lijn hangen de boel bezet? Hoe dan ook, feit is dat bij 52 procent van de huisartsenpraktijken de telefoon niet direct wordt beantwoord, blijkt uit onderzoek van Nivel, het Nederlandse instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg. Huisartsen moeten beter bereikbaar zijn, stelde minister Edith Schippers (Volksgezondheid) derhalve vorig jaar in een reactie op een onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Ook daaruit bleek dat bij een kwart van de huisartsen de telefoon niet binnen de verplichte 30 seconden werd opgenomen (bron: Trouw.nl). Bij de praktijk waar ik naartoe bel, wordt de telefoon nog niet eens binnen 30 minúten opgenomen. En dat bevreemdt mij. Juist in een tijd waarin min of meer wordt verwacht dat iedereen voortdurend bereikbaar is. Maar nee, bel je je huisarts met pijn op de borst, hartkloppingen of een acute steek in de maagstreek? Dan kan het dus wel even duren voor je iemand aan de lijn krijgt. En heb je géén hartkloppingen of hoge bloeddruk, dan krijg je dat uit pure ergernis vanzelf wel. De bereikbaarheid en flexibiliteit die in de loop der jaren bij onszelf zijn toegenomen, lijken bij huisartsenposten juist te zijn afgenomen, tenzij het een acuut noodgeval betreft. Maar hoe weet je wanneer iets een noodgeval is? Buiten dat: wanneer ik dat wel zou weten, bel ik simpelweg 112, en niet mijn huisarts; dat zou zo bekeken immers zomaar mijn leven kunnen kosten. Of erger nog, dat van mijn kind. Tegen de tijd dat ik mijn eigen praktijk te pakken heb, lig ik, als het aan hen ligt, hoogstwaarschijnlijk al lang aan de verkeerde kant van het gras. Maar als het aan mij ligt, wordt het hoog tijd dat daar eens verandering in komt. Beste huisarts, hebt u even voor mij? Elke keer wanneer ik u probeer te bellen, neemt u niet op. Waarom niet? Wellicht ben ik wel onder een vrachtwagen terechtgekomen of heeft mijn moeder een hartinfarct. Maar ik geef het niet op. Ik blijf u, gestaag en hardnekkig, net zo lang pesten tot u uw telefoon opneemt. Share on Facebook Share Share on TwitterTweet Share on Pinterest Share Share on LinkedIn Share Share on Digg Share
Beste Yvonne, Als huisarts moet ik natuurlijk even reageren. Niet dat ik je ga vertellen dat je geen gelijk hebt, want je kunt je huisarts niet bereiken en dat is een feit. En dat is niet goed. Maar ik sloeg een beetje aan op je titel, namelijk dat de 24-uurs economie niet geldt voor de huisarts. Dat is niet helemaal waar. Want naast een, voor fulltimers, werkweek van 45 uur (5×9 uur) exclusief verplichte nascholingen en vergaderingen hebben we ook nog diensten. Voor huisartsen in veel delen van het land soms wel wekelijks. Ik werk parttime en in een grote stad, dus daar is het minder vaak. Al zijn de diensten zo bomvol dat het wel 8 uur lang enorm hard doorwerken is. Maar goed, wat ik wilde zeggen: de vraag naar huisartsenzorg neemt veel sneller toe (voor de huisartsenposten jaarlijks 6% toename!) dan het aantal huisartsen. een gemiddelde praktijk is 2350 patienten. En daar waar jij één huisarts hebt, heeft de huisarts 2350 patienten. Voor die 2350 patienten vergoedt de zorgverzekeraar 1 doktersassistente. Die naast dat ze de telefoon opneemt ook nog bloeddrukken meet, oren uitspuit, prikken geeft en nog veel meer taken. Dat de zorgvraag bijna onbeperkt is zie je aan het feit dat ik 1600 patienten heb, bijna anderhalve assistente en nog steeds slecht bereikbaar. Ik kan wel nog meer assistenen aannemen, maar dan kan ik mezelf niet meer uitbetalen. Kortom, je snijdt een heel relevant onderwerp aan. Maar het is niet zo dat de huisarts niet 24 uur werkt en het is ook niet zo dat wij niet ons best doen om het te verbeteren. Maar wij zijn wel de enige beroepsgroep die naast een (vol) spreekuur ook nog een 112-dienst moeten draaien. Overigens zijn de meeste huisartsen ‘geslaagd’ voor de 30 secondennorm bij spoed. Er zijn 49 praktijken die een aanwijzing van de minister hebben gekregen. Ik hoop dat de minster jouw blog leest en dan niet weer met haar vingertje naar de huisartsen gaat wijzen maar toch 120 miljoen gaat bezuinigen, maar dat ze nu eens goed gaat nadenken over hoe ze die eerste lijn zo kan ondersteunen dat wij ook eens gewoon de telefoon op kunnen laten nemen door een assistente die daar tijd voor heeft…
Bedankt voor je reactie Hedwig! Het is in ieder geval duidelijk dat het voor zowel patient als arts beter geregeld mag worden. Dat de huisarts niet 24 uur per dag bereikbaar is, geldt hoe dan ook voor ‘mijn’ huisartsenpraktijk. Die krijg ik werkelijk nooit in een belletje te pakken. Meestal een ingesprektoon. En als je dan na uren toch iemand aan de lijn krijgt, is het de stem van het antwoordapparaat, omdat ze pauze hebben. Alsof lichamelijke klachten rekening houden met pauzetijden. Na 15.00 uur zijn ze sowieso niet meer bereikbaar, dan alleen spoednummer. Sorry, maar dat vind ik echt absurt. En nu is het gelukkig inderdaad niet bij alle huisartsen zo, maar dat laatste vind ik echt slecht. En vooral: bloeddrukverhogend. 😉