Ik ben dan wel geen zang-, dans-  of opruimtalent,  maar ik ben wel een getalenteerde clown, want-ie doet het altijd goed fout of fout goed. Als moeder vind ik het fijn als mijn kinderen ook alle ruimte hebben om zich te ontwikkelen. Ik heb het boek van Lidewey van der Sluis en Monique de Vos dan ook met veel plezier gelezen.

We zijn in Nederland zeer gefascineerd door talent. Kijk maar eens hoeveel talentenshows er op televisie zijn zoals ‘Holland’s got talent’, ‘The voice of Holland’ en ‘So you think you can dance’. Toch breekt niet ieder talent door. Waar ligt dat aan en waarom lukt het de een wel om de top te bereiken en de ander niet? Welke eigenschappen heb je daarvoor nodig? Lidewey van der Sluis en Monique de Vos gingen op zoek naar de ideale combinatie van talent, ambitie en succes. ‘Sporen van Talent’ is het resultaat van hun ambitie; een artikel dat uitgroeide tot een boek.

Het eerste deel van het boek beschrijft uitgebreid een stuk theorie over succes. Wat is succes? Wat maakt iemand succesvol en hoe staat het in relatie tot een talent zijn en bekend zijn? Het spoor van talent loopt van geboorte tot het zijn van een talent. Dit spoor volgt de levenslijn die bestaat uit twee fases: Fase 1 waarin de persoon zich in afhankelijkheid ontwikkelt en fase 2 waarin de persoon eigen keuzes kan maken. De ‘gouden driehoek’ is het uitgangspunt in de gesprekken met de talentvolle Nederlanders op de voorgrond. Deze driehoek gaat uit van de unieke mix van kwaliteiten, mentaliteit en mogelijkheden waaruit succes voortkomt.

Na het lezen van de interessante theorie (daarbij kun je geen huppelende kinderen om je heen hebben, want enige concentratie is hier toch wel erg handig), is het fijn om de interviews met de bekende Nederlanders te lezen. In het totaal zijn twintig BN’ers geïnterviewd met verschillende beroepen zoals profvoetballer, kunstenares, modeontwerper, bestuurder, tv-maker, predikant, ondernemer, radio- en tv-presentator en politicus. Ze vertellen over onder meer over hun achtergrond, drijfveren en de kern van hun succes. Elk persoon heeft een andere, unieke achtergrond, maar ze gaan en er allemaal voor en ze zijn stuk voor stuk zeer gepassioneerd. Uit de interviews blijkt dat succes van deze talenten voortkomt uit de gouden driehoek.

In het laatste deel van het boek wordt de theorie met de interviews gematcht (de auteurs geven aan dat op basis van deze twintig interviews geen algemene conclusies getrokken kunnen worden omdat het daar te complexe materie voor is, ze zien het meer als steekproef). Van der Sluis en De Vos beschrijven vijftien inzichten die handvatten geven om talent te laten groeien en bloeien. Het eerste inzicht laat maar weer eens zien wat een belangrijke rol je hebt als moeder: ‘Moeders spelen in de kindertijd van talenten een sleutelrol. Door hun nabijheid en betrokkenheid bij de opvoeding leggen zij de basis voor de ontwikkeling van hun kind.’ De auteurs hebben alle inzichten naar aanbevelingen vertaald waardoor organisaties een podium kunnen zijn voor talent of waardoor talenten het podium kunnen vinden waarop zij kunnen stralen en de kans op succes vergroten.

Het is misschien geen standaard vakantieboek, maar zeker interessant. Of, misschien toch wel om mee te nemen op vakantie, want de interviews zijn makkelijk leesbaar en je kunt de theorie er altijd thuis nog eens bij halen. De openhartige interviews zijn een welkome aanvulling op de theorie en de wetenschappelijke kant van het boek. Het is zeker geschikt voor moeders die op de personeelsafdeling werken of een eigen bedrijf hebben en die zich interesseren in talent herkennen en stimuleren.

Het is trouwens geschikt voor alle moeders omdat je bij het runnen van een gezin, net als bij het runnen van een bedrijf, je ook eigenschappen moet hebben zoals besluitvaardigheid, oplossingsgericht en creatief kunnen denken, goed kunnen luisteren, zowel zelfstandigheid als in teamverband kunnen werken, zelfreflectie toepassen, leidinggevende capaciteiten hebben, communicatief vaardig en stressbestendig zijn. En je kunt geen opleiding of cursus in ‘moeder zijn’ volgen, je moet je eigen sporen verdienen.

‘Ga niet waar de weg je leidt, maar ga waar geen pad is en laat je eigen spoor achter.’
Ralph Waldo Emerson, Amerikaanse dichter en filosoof (1803-1882)
Gelezen in ‘Sporen van Talent’

Eindoordeel: cijfer 7