Column | Verliefdheidjes? Bah! Columns Headlines by Kitty De Hesse - Mijn zoon is een stoere jongen van zes. Druk bezig met autootjes, cijfers en voetbal. Het laatste wat zijn interesse heeft, zijn meisjes. En verliefd zijn, nou dat is echt hélemaal niets voor hem. Want trouwen, nee dat zal hij naar eigen zeggen nooit doen. Een meisjes, nou die zijn eigenlijk best wel stom. Hij kan dat wel mooi zeggen, maar in zijn klas zijn er toch een paar die daar iets anders over denken. En dan bedoel ik de meisjes. Zoonlief kijkt met gezonde minachting naar zijn vriend die bijna bedolven wordt onder de aanminnige liefdesuitingen van hun vrouwelijk klasgenootje. Een schattig meisje met leuke bruine ogen en een hoge knuffelfactor. De vriend wordt elke vrijdag steevast gezoend en mijn zoon krult vol afkeer zijn lip omhoog. Zoentjes geven, bah, nee, dat wil hij niet. Groot was dan ook zijn afgrijzen toen de dame in kwestie haar rechteroog op hem liet vallen terwijl haar linkeroog nog steeds op het eerdere slachtoffer gericht was. Schoorvoetend ging hij naar haar verjaardag waar hij desondnaks toch heel veel lol had. En ach, hij vindt het meisje wel aardig – want ze heeft een playmobil piratenschip- maar zoenen, nee dat zit er nog steeds niet in. Toch kreeg mijn kleine jongen het een stukje benauwder want ineens was daar een tweede dame. Een leuke redhead met lieve sproeten en een mooie glimlach. En zij gaf mijn zoon zijn allereerste liefdesbrief. Een mooi uitgeknipt hartje met zijn en haar naam, veel vlindertjes, glitters en kleinere hartjes. Maar ook deze leuke lachebek weet mijn zoon niet over de streep te trekken. Dan voelt het toch wat vertrouwder met zijn huisvriendinnetje die hij al praktisch vanaf zijn geboorte kent. Ook zij was duidelijk op vroegere leeftijd: ergens op tape staat haar serieuze verklaring waarin ze zonder pardon zegt dat zij later met mijn zoon gaat trouwen. Punt. Basta. De toekomst ligt overduidelijk vast. Mijn arme jongen. Al die vrouwelijke aandacht ; hij moet er niet veel van hebben. Liever gaat hij met zijn vriendjes voetballen. Op het moment dat ik hem zeg dat hij er later heus wel anders over gaat denken, haalt hij nonchalant zijn schouders op en zegt vol stoere bravoure: “Nee hoor mam, echt niet.” Ik gniffel alleen maar zachtjes voor me uit en kijk uit naar de dag dat ik weet dat ik alsnog gelijk zal krijgen. Share on Facebook Share Share on TwitterTweet Share on Pinterest Share Share on LinkedIn Share Share on Digg Share