Als je niet met belonen en positief gedrag en/of afleiden je kind op het goede spoor kan helpen, zul je andere maatregelen moeten nemen. Consequenties verbinden aan ongewenst gedrag oftewel Straffen. Je kind straffen doe je niet omdat jij dat zo leuk vindt. Maar om het ongewenste gedrag van je kindje af te leren. Iedere ouder heeft zijn eigen manier van opvoeden. Het is ook alleen maar logisch dat er een heleboel verschillende manieren zijn om je kind te straffen. Maar ongeacht het verschil van straffen er zijn altijd punten waar je op moet letten. Zo mag je nooit in boosheid straffen, beter is om even tot tien te tellen voordat je overgaat tot het bedenken van een passende straf. In de meeste gevallen wanneer je in boosheid straft, straf je te hard en onevenredig.

Het straffen van een kind heeft in de meeste gevallen positieve uitwerking, mits je het kind op een correcte manier straft. Bij het straffen van een kind laat je zien dat het door hem getoonde gedrag ongewenst is. Maar nog belangrijker is om het kind duidelijk te maken waarom het getoonde gedrag ongewenst is en eventueel een voorbeeld te geven van hoe het wel moet.
Door je kind duidelijk te maken waarom zijn/haar gedrag ongewenst is leert je kindje ervan. In dit geval zal je kind in het vervolg niet enkel proberen niet gestraft te worden omdat hij het straffen onplezierig vindt maar zal het kind proberen het ongewenste gedrag minder te laten voorkomen omdat hij begrijpt dat zijn gedrag ongewenst is.

Geen enkele ouder ontkomt er aan om zijn kind wel eens straf te geven. Hieronder aandachtspunten waar je rekening mee dient te houden.

Voordat je je kindje straft
Waarschuwen in drie fasen

1.Eerst zeggen dat het vertoonde gedrag niet mag en eventueel ook uitleggen waarom: ‘Niet met lego gooien, dat kan gevaarlijk zijn.’  En het liefst meteen aangeven wat dan wel mag: ‘Ga maar een mooi huis bouwen van de lego, zal ik je even helpen?’
2.Blijft het kind het gedrag vertonen dan benoem je weer dat het niet mag en verbind je er een consequentie aan: ‘Gooien mag niet. Als je nog een keer met de lego gooit, zet ik je lego op de kast.’ En het liefst weer afleiden: ‘Pak jij het dak, dan bouw ik alvast de muur van het huis.’
3.Blijft het kind met lego gooien, dan voer je de consequentie uit (NIET nog een keer waarschuwen!).
Regels bij het straffen
Straffen is het gevolg van een ongewenste gedrag.

•Wanneer je je kind straft moet dit direct na het vertonen van het ongewenst gedrag zijn. Het heeft dan ook geen zin om je kind ’s avonds te straffen voor iets wat hij ’s middags heeft gedaan. Op deze manier begrijpt je kind dat de straf het gevolg is van zijn gedrag. Wacht je te lang met het straffen zal je kind hoogwaarschijnlijk het verband niet meer kunnen leggen en dus niet begrijpen waarom hij gestraft wordt
•Bedenk een passende straf met een goede dosering. Bij een te lichte straf zal het wellicht weinig indruk op je kind maken. En bij een te zware straf kan je kind immuun worden voor straffen. Het is in ieder geval verstandig om bij het bedenken van een straf altijd redelijk te blijven.
Voorbeelden van straffen:

•time-out in een strafhoekje
•iets leuks afnemen, denk hierbij aan speelgoed, geen snoep, geen toetje enz.
•straftaak, iets laten doen wat het kind niet prettig vindt
In bepaalde situaties kun je overduidelijk zin dat je kind al spijt heeft van zijn gedrag. In zo’n geval is het beter niet te straffen maar rustig met je kind te praten. Wanneer je kind al beseft dat zijn gedrag ongewenst is en jij hem daarvoor straft zou dat negatief kunnen uitpakken. Zijn spijt kan dan makkelijk veranderen in boosheid.

Het verschilt ook nogal per leeftijd of er gestraft moet worden. Bij jonge kinderen onder de twee heeft straffen heel weinig zin. En ook het type straf verschilt per leeftijd. Strafstoeltje werkt goed bij 2-6 jarigen, daarna werkt het beter om het kind even op zijn kamer te zetten.

Negeren
Het is onmogelijk om je kind voor alle negatief gedrag te straffen. In bepaalde situatie kan negeren een uitkomst zijn. Denk hierbij aan doorzeuren om zijn zin te krijgen of mopperen.
Let er wel op dat negeren niet altijd toepasbaar is. In gevaarlijke situaties is negeren uiteraard geen goede oplossing.

Op wat voor manier je je kind straf is afhankelijk van jou, je kindje en het situatie. Wel is het belangrijk om na het straf even de tijd te nemen om het weer ‘goed te maken’ met elkaar. Vertel je kind (of laat je kind vertellen) waarom hij straf had: ‘Mama had je op straf gezet omdat je niet met lego mag gooien/ je zus mag slaan / op de kat mag zitten.’  Ook is het gewenst dat je je kind uitlegt waarom zijn gedrag niet getolereerd wordt en laat je je kind eventueel sorry zeggen.. Hierna is het vergeten en moet je er dan ook niet meer op terugkomen!

Bij iets afpakken werkt het anders. Ook dan is het belangrijk goed gedrag weer te belonen. Dan zeg je: ‘Als jij een kwartier/half uur lief hebt gespeeld, haalt mama je lego weer van de kast. Ook dan weer benoemen wat je doet: ‘Je hebt nu een hele tijd lief gespeeld, dus mama haalt je lego weer van de kast.’
Het is belangrijk dat je blijft communiceren met je kind.