Je bent hier
Home > Columns > What women want

What women want

Vrouwen willen er altijd anders uitzien dan ze er van nature uitzien, zeker waar het hun kapsel aangaat. Wat dat betreft ben ook ik een echte vrouw. Van mezelf heb ik bruin haar, waar een klein beetje slag in zit als het langer wordt. Het is dik haar, waar menig vrouw jaloers op zal zijn, maar omdat het steil is, heb ik dus altijd krullen gewild.
Al op mijn dertiende kreeg ik mijn eerste permanentje. Het leek wel alsof er een spiraalpermanent in gedraaid was, ik had allemaal piepkleine krulletjes. Mijn toch al dikke bos haar leek tweemaal zo groot. Prachtig vond ik het.
Minder vond ik het, toen een paar maanden later de uitgroei erg goed te zien was. Juist doordat de krulletjes zo klein waren, had ik dus een stuk min of meer steil haar en zag je dan heel goed de krullen. Vreselijk. Meestal deed ik maar een staart in, zodat het minder opviel.
Toen ik zestien was, vertelde ik een vriend van me dat ik mijn haar kort ging laten knippen. Hij had twee tweelingzussen, die van zichzelf precies de krullen hadden die ik zo graag wilde.
‘Nee,’ riep één van hen uit, ‘dat moet je niet doen, je hebt van die mooie krullen!’ Terwijl ik me dood ergerde aan mijn zoveelste keer uitgroei. Uiteraard was zij zeer ontevreden met haar eigen krullen …
Zoals aangekondigd ging mijn haar eraf. Bijna meteen had ik spijt. Ik herinner me dat ik met mijn vriendin in een disco was en dat een jongen over haar zei: ‘Wat heeft ze mooi lang haar!’
Dat had ik ook! dacht ik. Ik liet mijn haren direct weer groeien.
Een poos was ik tevreden met mijn lange, steile haar. Ik deed er van alles mee, maakte staartjes, knoetjes, draaide slierten en zag er vaak anders uit. Iedere keer als ik iemand met mooie krullen zag, ging het echter weer kriebelen. Uiteindelijk ging ik toch overstag en nam weer permanent.
Jarenlang werd de cyclus: permanent, blij zijn, balen met de uitgroei en een halfjaar later weer een permanent nemen. Hoewel ik ondertussen overgestapt was op grovere krullen en de uitgroei iets minder opviel, zat er toch steeds een behoorlijk lange periode bij dat ik niet tevreden was met mijn haar. Ook haalde ik al lang geen gekke dingen meer uit met mijn haar. Kort haar leek me wel gemakkelijk, daar hoefde ik niets voor te doen. Dus toen ik tegen de dertig liep, werd mijn haar voor de tweede keer kort geknipt. Deze keer wel in fasen, eerst werd het halflang geknipt, omdat ik het eng vond het kort te doen, maar dat vond ik niet zo mooi staan en van halflang naar kort was een minder grote stap.
Het stond leuk, dat korte haar, maar waar ik het idee vandaan had gehaald dat het weinig werk was? Met haarlak moest ik het kapsel in model brengen. Aangezien haarlak vies spul is, moest ik mijn haren elke dag wassen en om op tijd bij mijn werk te zijn, moest ik ze föhnen. Veel te veel werk!
De oplossing: mijn haren weer laten groeien. Deze keer liet ik mijn pony ook meegroeien. Ik kende mezelf goed genoeg om te weten dat ik weer voor een permanent zou vallen en met een steile pony vind ik dat minder mooi.
Opnieuw belandde ik in de cyclus van krullen nemen, balen van de uitgroei, die uitzitten en weer permanent laten zetten. Een jaar geleden klaagde ik eens tegen een kapster over deze cyclus, en dat ik iedere keer een jaar moest wachten, voordat ik weer permanent kon nemen.
‘O, dat hoeft tegenwoordig niet meer, hoor,’ reageerde de kapster, ‘de permanentvloeistof van nu is veel beter. Je kunt wel elk halfjaar permanent nemen.’
Hoera! Dat was de oplossing voor mijn probleem. Voortaan zou ik de rest van mijn leven bij een decimeter uitgroei naar de kapper gaan.
Dat deed ik zo’n anderhalve maand geleden.
Deze kapper zei: ‘Ja, ik kan het me wel voorstellen, hoor, dat je weer permanent wilt, maar wij zeggen de mensen altijd om zo lang mogelijk te wachten. Ieder halfjaar, dat kan wel, maar vooral bij de oudere dames die hun korte haar permanenten. Je haar wordt erg droog als je er steeds chemische behandelingen op loslaat.’
Ach, dacht ik, hoe erg kan het zijn? Ik zat toch al in de kappersstoel, dus de rollers werden weer ingedraaid.
Nou, best erg dus. De onderste helft van mijn haar leek op touw. Iedere keer als ik in de spiegel keek, ergerde ik me dood. Iets zei me dat een keer een haarmaskertje de schade niet zou herstellen. Dus welke gedachte kwam er bij me op? Juist, om mijn haren af te laten knippen. Maar dat vond ik nogal een beangstigende gedachte, want beide keren dat ik dat eerder had gedaan had ik dus spijt gekregen als haren op mijn hoofd …
Wekenlang stelde ik mezelf in de spiegel voor met kort haar. Ik browsde op het internet, zocht plaatjes van kapsels die ik leuk vond, zette die in een bestand met opmerkingen erbij, kortom, bereidde mij voor op een grote verandering. Toch durfde ik niet goed.
Mijn twijfels sprak ik uit naar mijn man: ‘Straks kijk ik elke dag in de spiegel en dan baal ik van mijn korte kapsel!’
‘Nu baal je toch ook al steeds als je in de spiegel kijkt?’ zei hij laconiek.
Hij had gelijk. En dus heb ik de stoute schoenen aangetrokken en ben ik naar de kapper gegaan.
Mijn haar is nu weer kort. Het staat leuk, zo zeggen ook de mensen die mij ondertussen hebben gezien. Maar toch. Ik ben benieuwd wanneer ik het weer ga laten groeien.

2 thoughts on “What women want

  1. Ik denk dat heel veel vrouwen veel in je stuk zullen herkennen, op zoek naar de passende kapsel. En ja, het gras is altijd groener aan de overkant 😉
    Ik vind de korte kapsel je heel leuk en vlot staan 🙂

  2. Dank je wel voor je reactie en je compliment, Nicky. Ik heb inderdaad het gevoel dat weinig vrouwen tevreden zijn met wat ze hebben, ze vinden het haar al gauw te dun of er zouden krullen moeten zijn of juist niet of de kleur is niet goed of … 🙂

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Top